De heupen van een buikdanseres

foto

Hoor… hoor je dat, heel in de verte? In het gouden licht van de zonsondergang trommelen bekwame handen het ritme van verleidingskunst. Deze vrijdag laat een buikdanseres in maagdelijk wit de belletjes aan haar enkels rinkelen met de geraffineerde aanzet van haar heupen.
Kom wat dichterbij, laat me je nog even over de geheime zuchten van het hart vertellen.
De woede van een buikdanseres zit op haar heupen. Geen ontkomen aan. Tot aan haar laatste wiegende beweging ademloos gevangen in de betovering, als zij met al haar charmes de aanval op je hart opent.

Haastig werp ik deze ochtend vlak voordat ik de deur uit ren een snelle blik in de spiegel en lach verbaasd naar mezelf. Mijn ogen staan helder en fel.
Sereen of devoot zal het niet zijn, deze laatste ontmoeting met het Hoogste Gezag op het feestje van de Organisatie.
En alweer heb ik ze op het verkeerde been gezet. Men ging er vanuit dat ik niet kwam, toen ik niets van me liet horen en ook niet naar de smeekbedes luisterde die om antwoord bedelden.
Maar ik was er wel. Met al mijn kracht. Ik zag de paniek in de ogen van de heren die houden van besturen en koeioneren.
Speeches – op het laatste moment achter een stiekem muurtje aangepast – moesten goed maken wat verkeerd was gegaan. De toon net iets te luchtig.
Wat mijn afscheidfeestje had moeten worden en zij getransformeerd hadden in de bijeenkomst van het gelijk, had niet veel aandacht getrokken.
Logisch, ze hadden zelf het gerucht verspreid dat ik waarschijnlijk niet zou komen, alsof het me niet interesseerde.
Maar toen ik gisteren besloot toch maar officieel met een stralende glimlach in oorlogstooi mijn ogen te laten vonken, heb ik ook wat rond gebeld. Ik heb verteld dat ik er vreselijk tegenop zag, maar dat ik er zou zijn. Zo gemakkelijk laat ik me niet wegwimpelen.

De woorden van het Hoogste Gezag waren erbarmelijk. Hij opende en ik liet het eerst nog fel en daarna gelaten over me heen komen.
Hij probeerde goed te praten. Maar ook zijn hart liet zich uiteindelijk niet ringeloren en de woorden bleven steken zonder glans. Doffe pogingen om gelijk te halen op een plek waar geen bloemen kunnen groeien.
Op de ruïnes van het collectieve gelijk worden enkel zachtjes woorden gefluisterd.

Kon je de sinaasappelbloesem ruiken, aan het begin van deze nacht? Haar geur als de zachte streling van vleugels met een bedwelmende belofte. Zij is voor later. Straks, als ze de sappige pracht van haar zoetste vlees onthult.

Ook ik sprak een paar woorden. De laatste die ik aan hen zal besteden. Ik heb de redactie bedankt en verteld dat het belangrijk is om kritisch te blijven. Dat de lieve vrede soms een stinkend moeras kan zijn. En dat als je het met je hart doet, het niet geeft als je ‘t ook eens mis hebt. Wat met liefde is aangeraakt, hoeft zich niet te versluieren, zij heeft haar eigen pracht.
Ook heb ik hem bedankt, hij, van het Hoogste Gezag. Ik heb hardop uitgesproken dat het zonde is dat het op deze manier is gegaan en dat ik hoopte dat het hem en zijn organisatie goed zal gaan.
Zoveel mensen die bereid zijn een stuk van hun ziel te geven, daar zou je voorzichtig mee om moeten gaan, heb ik er bij gezegd. Misschien niet zo specifiek, maar hij begreep het wel.
Hoewel hij al lang gesproken had, moest hij toch nog wat zeggen. 
Hij verontschuldigde zich voor zijn eerdere woorden die hij parve noemde, vlees noch melk. Hij citeerde de woorden die geen geheim waren, ze stonden immers in de notulen, moest en zou hij zeggen.
Misschien was mijn grootste fout de professionele aanpak. Misschien moest er nu maar eens uitgekeken worden naar een community worker.
Ah, begreep ik. Een sociaalwerker, alsof ik mijn hart niet had gegeven met al mijn liefde.
Uiteindelijk koos hij toch liever voor de slachtofferrol voor hem en de Organisatie. Liever geen succes, daar zit zoveel verplichtingen aan.
Ik begreep hem. Toen ben ik naar huis gegaan.
Ik heb hem een hand gegeven en hoewel hij één momentje zei en mij wilde laten wachten, vond ik het tijd om op wiegende heupen afscheid te nemen.
Goodbye.

Aan de oevers van de Jordaan zullen we elkaar zachtjes troosten. Kom, streel mij tot aan de bedding van een bijbelse rivier. Laat mij honing en olijfolie proeven van lippen zoeter dan wijn.
Op het ritme van mijn hart ben ik aan mijn dans naar huis begonnen. Thuis, in gescheurde rokken, heupwiegend dichterbij.
Shabat Shalom.

Tel Aviv
Jezzebel

Art: Will Kismer

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

27 Responses to De heupen van een buikdanseres

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.