Met mijn warrige hersens en verliefde hart, volledig op mijn gevoel en een restje verstand, doe ik vandaag maar wat.
Belangrijk om het hoofd er bij te houden. Er moeten dingen en zaken geregeld worden. Even goed opletten. Koffer, ticket, kleding. Mijn God wat moet ik aan?
Eerst maar het huis schoonmaken. Elk excuus is meegenomen. Maanden lang heb ik er niet naar omgekeken, nu ga ik weg en moet het glimmen.
Ik zucht.
Ondertussen draait de zoveelste was. Al mijn kleren door de machine, je weet nooit, misschien besluit ik op het allerlaatste moment dat ik het aan wil.
Ik word misselijk van mezelf.
Ik ruim ook heel wat e-mails op. En dat doet pijn. Elk bericht een cadeautje. Waarom moet ik het bij elkaar vegen? Het was zo mooi, zo groots, zo wijds, zo ongelooflijk veel. Maar het programma is niet meer te hanteren en ik ben bang voor een crash.
De mooiste cadeautjes zitten in mijn hoofd.
Ik maak me zorgen over een pukkel die vanochtend op kwam zetten, alsof ik een bakvis ben. Knoeierig bestel ik een taxi voor diep in de nacht en probeer me ook nog door het online inchecken heen te worstelen. Dat laatste lukt wonderwel. De taxi moet ik met een tweede telefoontje corrigeren voor een uurtje later.
Dat was wel erg veel vroeger dan nodig is. Zo Hollands hoeft het nu ook weer niet.
Ik krijg telefoontjes van iedereen die er nog even op het laatste moment bij wil zijn, bij mij wil zijn. Maar ik wil niet meer. Ik wil nu met mijn eigen gedachten zijn.
Geen buitenwereld, inner world, die van mij.
Op het antwoordapparaat heeft mijn art teacher een ongeruste boodschap achtergelaten. Toch maar even bellen. Niet aardig, dat ze voorlopig niets zal horen.
Maar wat moet ik zeggen? Hoe kan ik het uitleggen?
En zoals ik al dacht is ze praktisch en nog veel bezorgder. Ik vertel het met de flarden van mijn hoofd, mijn hele hart. Ze zucht diep en wordt heel stil. Haar argumenten verdwenen. Ook zij weet het, liefde is blind een sprong in het diepe wagen. Dat ook.
Een vriendin breekt door de barricades heen. Ze wacht mijn antwoord niet meer af en stuurt slechts een mail. Ze is onderweg. Over een half uur bij me. Nog even samen giechelen. Ze geeft me een stuk van haar hart. Ik krijg er tranen van, het is zoveel allemaal. Zo lief.
Ze is ontzettend blij voor me, maar tegen haar durf ik bang te zijn. Allemaal leuk en aardig, maar dit is zo diep, zo groots, mijn meest geheime plek, open en bloot.
Ik voel me kwetsbaar.
En dan moet ik om mezelf lachen. Mijn God, zo’n liefde met je ogen dicht, diep ademhalen en als vanzelf je vleugels uitslaan. Vliegen met je hele hart en kloppend verlangen. (Dat ook.) Daar zal ik bestaan, nog één keer, met alles dat ik heb.
Ik bel mijn moeder, ze weet niets van mijn stiekem uitstapje. Ik wil dat niet. Dit is mijn moment, ik kom voor de liefde, andere keer weer de plichten.
Ik vertel een halve waarheid, een paar dagen er uit, even helemaal weg, een beetje opwarmen in het zonnetje. Ze is blij voor me, maar vraagt niet verder.
Ik ken haar, het zal haar vast niet verbazen. Ze kent me.
Het laatste wasgoed is ondertussen droog, ik leg nog wat spullen op hun plek.
Om drie uur deze nacht gaat de wekker, ogen open, mijn hoofd bij elkaar.
Oh, zoet verlangen, streel mijn zenuwachtig trillend zijn, ik ben onderweg, met mijn ogen dicht.
Tel Aviv,
Jezzebel
Foto: www.guldemond.com
Ik blijf… ik blijf… ik blijf wel even weg, maar als ik kan kom ik terug bij jou. (Bloem)
29 Responses to Blinde Liefde