De liefde is pittig vandaag en heeft een bite.
Ik word deze ochtend wakker en voel de hitte van verlangen, scherp als de vlammende tanden van de hel die mijn maag naar de gallemiezen branden.
En ik ben natuurlijk niet zo spannend als ze van je verlangen in Amerikaanse kettingrestaurants.
"And… how exciting are we today," werd me eens in hartje Californië standaard gevraagd naar hoe ik mijn guacamole wenste.
Ik was razend, diep in mij ontbrandde een vlammende woede. Wie was dat mens om zo’n vraag te stellen zonder me aan te kijken!
Ze begreep er niets van en ik was misschien te fel en te scherp.
De waarheid is, ik ben bang. Zo bang.
Hartstocht die je doet klappertanden, naar adem snakken, het water aan je lippen tussen je billen, niet te blussen. Laat het in godsnaam nooit doven, laat het altijd zo op het scherpst van de snede zijn.
Ik bel mijn mooie vriendin. Gisteren stuurde ze een e-mail en zei dat het haar speet. Vandaag hebben we er over gesproken, haar stem is weer zachter. We kunnen weer praten en kletsen. Het maakt me blij. Ze is me werkelijk dierbaar. Zij, de moeder van alle verschoppelingen, mijn mooie, denkende vriendin. Ze schreef ooit een boek dat ze in het Hebreeuws Ima jesj rak acheret noemde. Moeder is enkel een ander. (M)other, heeft ze er in het Engels van gemaakt.
"Het zou dom zijn," zegt ze bedachtzaam, "als we hier een vriendschap op laten stuklopen die zo mooi, zo echt, puur, diep en warm is."
Ik ben haar er dankbaar voor.
Morgen gaat ze voor me koken. Ik moet alleen even bellen ‘s ochtends, om haar er aan te helpen herinneren het vlees op tijd te ontdooien.
Ik kan weer om haar lachen.
Gelukkig, ook zij heeft haar lot weer in eigen handen genomen.
En dan krijg ik een SMS van de man die mijn hart heeft geraakt. Hij vraagt of ik over een uurtje kom lunchen. En eigenlijk komt het me niet zo goed uit. Ik ben mijn huis aan het schoonmaken. Dat maakt me blij. Alsof ik het weer de moeite vind om voor mezelf te zorgen.
Hij vraagt of ik kom lunchen, maar vertelt het niet helemaal. Een uur later belt hij, zijn stem gereserveerd. hij heeft het over ‘wij’. En ik begrijp het. Big Mama is in town. Mijn schoonmoeder van vroeger. Ik had er niet om gevraagd, maar blijkbaar wil ze me zien.
Ik heb er een beetje de pest over in. Hij moet mij ook de kans geven om nee te kunnen zeggen. Met zijn moeder naast zich in de auto is er voor mij nauwelijks ruimte aan de telefoon.
Ik besluit er het beste van te maken. Het is misschien de laatste keer dat ik haar zie.
Big Mama en ik zijn aan elkaar gewaagd. Toen we nog samen waren heeft ze me gewogen. En nu mag ik op audiëntie komen.
In de auto vraag ik haar of ze het naar haar zin heeft.
Ze vertrekt morgen, vertelt ze.
Op de valreep, begrijp ik.
Aanvankelijk vertelt ze over hoe lovely het allemaal is, alsof ze het niet meer weet dat ik toch de verkeerde vragen zal stellen. Ze is oorspronkelijk Brits en een stiff upper lip is haar niet vreemd. Maar dan herinnert ze het zich weer. En ze begint eerlijk te praten. Ze vindt het niet gemakkelijk, de kinderen, de spanningen in het huis van haar zoon. Als ze haar vrienden niet had gehad was ze nauwelijks de deur uit geweest. Ze had zo graag met ze uit willen gaan. Een beetje flaneren.
Ik begrijp haar wel.
Ooit wilde ze dat ik voor een tweede huwelijksceremonie op de country club nog een keer mijn bruidsjurk aan zou trekken. Dat heb ik pertinent geweigerd. Ik ben geen Barbie-pop die je van hand tot hand kan laten gaan bij je beste vriendinnen.
Ze begon te huilen en eindelijk eerlijk te vertellen, hoe trots ze was op haar oudste zoon.
Uiteindelijk hebben we een compromis gesloten. Het zou een afscheidsfeest worden, gewoon in haar achtertuin bij het zwembad, toen we teruggingen naar Israël, ons Amerikaanse avontuur voorbij.
Zij en ik zijn aan elkaar gewaagd. En met de tijd hebben we daar respect voor gekregen.
Vandaag heeft ze de woorden van haar hart gesproken tijdens onze lunch. Ze heeft al lang door hoe het zit met haar oudste zoon en de pijn van zijn hart.
De zwaarte van wat hoort en zijn eigen belang, zijn geluk.
Samen sluiten we een pact, we gaan hem terug naar huis krijgen.
"Martelaren zijn nooit mooi," zegt ik tegen hem in een gloeiend hete zon op het terras. "Je mag er best voor kiezen blij voor jezelf te zijn."
Ze is het met me eens. En ook hij weet het.
Samen delen we het brood van het huis. Een moment zijn we stil.
Dan zegt ze: "Ik weet zeker dat jij er iets fantastisch van gaat maken. Ik geloof in jou."
Ik ben haar er dankbaar voor.
Thuis verlang ik met al mijn adem naar jou. Een handvol wachten. Alsof mijn huid openscheurt.
Tel Aviv,
Jezzebel
Top picture: Tommy Junger
Bottom: Digicam Pictures.de
29 Responses to Big Mama