Mag ik nog even bij je zijn? Nog heel even. Mijn hoofd op je borst en gewoon wat kletsen, zachtjes praten, nog even vertellen, zoals twee geliefden die elkaar heel intiem kennen en nog steeds niet uitgepraat zijn, maar straks afscheid moeten nemen, wanneer de dag weer aan onze botten trekt, als we ook weer op onze benen moeten staan.
Wil je iets drinken, zullen we een sigaretje roken, zullen we het nog heel even een beetje gezellig maken? Kom, neem dit kussen leg je hoofd nog even neer, het is fijn om bij jou te zijn.
Het is drie uur deze nacht als ik wakker word en me blij voel. Net alsof ik mijn eigen ritme aan het vesjteren ben.
Sinds De Organisatie niet meer bestaat slaap ik op onregelmatige uren en word wakker wanneer het uitkomt. Dat had ik voorheen niet. Mijn lichaam reageert op het licht, in de winter ga ik vroeger naar bed dan in de zomer en slaap ik ook langer. Het is een natuurlijk ritme, al jaren dat ik geen wekker zet, maar altijd op tijd ben.
Daarom begrijp ik niet goed dat mijn lichaam nu zulke kuren aan het uithalen is.
Midden op de dag ben ik opeens, zo maar, doodmoe. Dan ga ik slapen voor zolang het duurt. Er is geen werk meer dat mijn ritme bepaalt, ik kan het zelf weer indelen, mijn dagen, of mijn nachten.
Op mijn gemak, in het holst van de nacht als de wereld om me heen zachtjes slaapt en ik ongestoord mijn gang kan gaan, sliert ik opnieuw over het blog.
Er is zoveel te beleven, zoveel te leren, zoveel te volgen, zo ontzettend veel om blij van te worden, daar offer ik met liefde een ‘normale’ nacht voor op.
Ik ben ook zo’n ongelooflijke hebberd, ik vind alles interessant, overal wil ik wel wat van weten, en tsja… dan zit je met de brokken.
In mijn mailbox wachten weer ik-weet-niet-hoeveel mails, onderwerpen waarop ik me geabonneerd heb. Ik moest het weer zo nodig heel precies weten.
Soms word ik moe van mezelf. 🙂
Om zeven uur deze ochtend houd ik het voor gezien. Ik ben er nog lang niet doorheen, maar het is genoeg geweest. Vier uren lang heb ik je overal gezocht, nu moet ik weer even mijn eigen gedachten de kans geven.
Ik kan dat hoofd niet eindeloos vullen, het heeft ook zijn eigen manier van verwerken nodig.
Ik lig in bed en voel me nog steeds blij en gelukkig. Een beetje wezenloos, alsof het genoeg is om als een baby’tje naar het plafond te staren, zonder werkelijk wat te zien.
Dan hoor ik de sleutel in het slot steken.
Daar is hij, de man van een ander, de enige die een sleutel van mijn huis heeft. Hij heeft deze ochtend uitgekozen om zo vroeg bij mij te zijn. Op shabat?
Ik begrijp het niet. Wat komt hij doen?
Ik zeg zijn naam met een vraagteken.
Hij zegt het woord dat ik zo miste toen ik net in dit land was en met niemand mijn eigen taal kon spreken: "Goedemorgen."
Maar hij moet eerst naar het toilet. Ik moet er om glimlachen, dat heeft hij vaker als hij bij mij is, dan moet hij eerst naar het toilet.
Even vraag ik me af of ik uit bed zal stappen, dit is een veel te intiem moment voor twee mensen die werkelijk van elkaar houden, maar afscheid moeten nemen.
Ik weet dat het hem dwars zit en ook mij doet het pijn. Maar het is tijd, werkelijk tijd.
Bijna dertien jaar waren we op één of andere manier samen, nooit ver weg, altijd in de buurt, hij, de man die voor mij de rots heeft ontdekt.
Ik schuif op in bed. Hij gaat op de rand zitten en begint te vertellen. Hij heeft het niet gemakkelijk, zijn tweede zoon is net geboren en alweer is hij een dag woedend en schreeuwend wakker geworden.
Het maakt me verdrietig als ik zie hoe hij door zijn woede verstikt er bijna niet meer uit kan. Soms vluchten we samen naar de rots om een beetje te kletsen. Hij heeft van veel dingen een uitermate scherp verstand. Hij weet heel exact hoe het met de rotatie van de aarde zit en heeft het over sterren en planeten en de orbit van het leven. Hij heeft me veel geleerd.
Ik heb het hem van de week precies verteld. De dingen en de zaken die hij me gaf en nog steeds geeft.
Samson noemde ik hem vroeger, door zijn prachtige rode haren die als dikke manen over zijn schouders golven en de krachtige bouw van zijn lichaam, zijn blije voeten.
Hij heeft het gezicht van een leeuw met de uitdrukking van een lammetje. Maar misschien heb ik me daar toch in vergist. Misschien komt het nog, dat hij al zijn kracht laat zien.
Ik heb hem ook wel eens Salomon genoemd, omdat hij zo mooi met de dieren kan praten. Op zijn manier, hij weet het waarschijnlijk niet eens. Maar als hij tsjirpt als een vogeltje, wat hij vroeger voor een grapje vaak voor me deed, dan staat de wereld stil, dan is hij zo mooi.
Met hem was ik als een kind, was hij als een kind, konden we samen om elkaar en onszelf lachen. Wij hebben zoveel gespeeld samen, eerdaags zullen we allebei de laatste noten kraken en vliegt de vogel weer vrij.
Maar dan moet ik naar het toilet en als ik terugkom vraag ik hem of hij nog wat wil slapen. Hij trekt zijn spijkerbroek er voor uit, maakt zijn schouder vrij en slaat zijn armen om me heen.
Zo hebben we nog heel lang gepraat en zijn we in slaap gevallen. Hij de man die mijn grenzen respecteerde en alleen kwam om nog even zijn hart te delen.
Ik houd van hem, hij zal er voor altijd zijn in dat krankzinnige hart van mij.
Een paar uur later staat hij op, terug naar huis, deze gestolen uurtjes waren van ons, nu moet hij er weer zijn voor de rest van de wereld.
En ik? Ik ben alweer bij jou. Verlies me op het blog, ga nog honderd straatjes in en kom telkens weer uit bij jou. Steeds opnieuw.
Later ga ik naar de rots. In de twee laatste uren van de ondergaande zon, vlak voordat er drie sterren aan de hemel staan, begreep ik het opeens.
Het was een magisch moment. Nog nooit heb ik het einde van shabat, het moment van havdalah, de scheiding tussen het één en het ander, zo duidelijk gevoeld als vandaag.
Mijn gedachten dwalen en natuurlijk kom ik weer uit op het blog. Wat een prachtige roller coaster heb je me gegeven. In gedachten had ik daar heel andere woorden voor, maar dat vertel ik nog wel eens. Als we nog eens tegen elkaar praten, mijn hoofd op jouw borst, als je je armen om me heen slaat en vertelt over wat jou bezighoudt. Kom, laat me nog even tegen je aan kletsen, laat me nog even met je fluisteren.
Als ik opsta om naar huis te gaan weet ik welke foto ik wil gebruiken. Ik begrijp het weer een beetje beter.
Liefde gaat over geven en iemand die het wil ontvangen.
Foto: Etant donnes van Marcel Duchamp. Het laatste kunstwerk dat hij aan de mensheid gaf. Nog steeds een mysterie waar volgens mij nog lang niet alles over is gezegd.
Maar ik weet zeker dat Maria Martines een echte grote liefde van hem was.
Tel Aviv,
Jezzebel
En hier kun je er meer over te weten komen:
http://www.toutfait.com/duchamp.jsp?postid=941&keyword
http://www.freshwidow.com/etant-donnes2.html
Shavuah Tov.
25 Responses to Liefde en zo