Als een klein kind

foto

Stampvoetend met dikke tranen probeer ik haar te vertellen wat ik op mijn hart heb. Woedend heb ik mijn fiets er voor aan de kant gesmeten.
Ze wil niet luisteren. Haar hoofd is er niet bij, nu, net op dit moment dat ik haar hersens zo hard nodig heb. Zij maakt zich zorgen om meer praktische dingen. We zijn verkeerd gereden, een feestje dat wacht, mensen die begroet moeten worden, feliciteren, sociaal zijn.
Omdat we allebei niet zo’n scherp richtingsgevoel hebben is fietsen voor ons een avontuur dat tijd kost. Daar lachen we meestal om. Zij weet een stukje en dan weet ik het weer, samen komen we altijd wel ergens.
Maar nu sta ik tegen een muurtje voor de open zee als een klein kind over mijn toeren te huilen in de ondergaande zon. Ook zij is razend.
Eindelijk laat ze me spreken. En dan is er rust. Lelijk vind ik mezelf.
In gedachten hoor ik de woorden van weer een ander die een oordeel velt: “Je bent zo extreem.”
Op het feest handelen we de plichtplegingen snel af. Daarna gaan we zitten en kan ook ik weer naar haar luisteren. Ook zij is ziedend en heeft het gevoel dat niemand haar hoort.
Elke vrijdag gaat ze naar het dorp Bi’ilin in de Westbank om daar met de Palestijnen te protesteren tegen de muur die hun leven heeft afgesneden. Ze is al bijna zestig en met haar prachtige lange blonde haren gooit ze al haar ziel en zaligheid in de strijd. Geen van haar vrienden wil mee. Maar dit is een onrecht dat zij niet kan verdragen. Ze is woedend! Ook op mij.
Daar staat ze elke vrijdagmiddag, naar adem snakkend in grote wolken traangas, trillend als een riet. Ze is zo verschrikkelijk bang. En ze weet dat ze iedereen moet rekruteren die ze voor haar karretje kan spannen. Dit is het moment, nu moet er ingegrepen worden.
“Ik wil weten wat je antwoordt als er aan jou gevraagd wordt waar je was over weet ik hoeveel jaar,” confronteert ze me.
Ik kijk haar aan. Ik kan het haar niet geven. Ik kan niet op de barricades staan zoals zij.
Zo eerlijk als ik durf geef ik haar de enige waarheid die telt: “Ik was bezig met andere dingen die belangrijk zijn.” En terwijl ik de woorden uitspreek, gaat er een ijzige rilling door me heen.
Belangrijk, belangrijk, ik haat dat woord.
En de wereld draait zoals die draait, rustig door.

Tel Aviv,
Jezzebel

Foto: Pascale

This entry was posted in Jezzebel's eye, Land van mijn Hart, Liefde in een land van haat, Mooie Denkende Vriendin and tagged , , . Bookmark the permalink.

25 Responses to Als een klein kind

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.