Voor Man met hoed en al die anderen met pet
Plek van ons gelijk
מן המקום שבו אנו צודקים
לא יצמכו לעולם
פרחים באביב
המקום שבו אנו צודקים
הוא רמוס וקשה
כמו חצר
אבל ספקות ואהבות עושים
את הועלם לתחוח
כמו חפרפרת, כמו חריש
ולחישה תשמע במקום
שבו היה הבית
אשר נחרב
Door Yehuda Amichai / Eigen vertaling
Op de plek van ons gelijk
Groeien geen bloemen
In de lente.
De plek van ons gelijk
Is hard en vertrapt
Als een tuin.
Maar twijfels en liefdes
Graven de wereld op
Als een mol, een ploeg.
En je zult het horen fluisteren op de plek
waar het geruïneerde huis
Eens stond.
“Ik heb het!” schreeuwt ze in mijn oor. “Ik zal het voor je in het Engels vertalen.”
Ik weet meteen waar ze het over heeft. We hebben het er al een week over. Het tegenovergestelde van liefde is niet haat. Dat weten we allebei. Haat en liefde zijn één. Dat kennen we van ons zelf.
“Het tegenovergestelde van liefde heeft volgens mij met gerechtigheid te maken,” vertel ik haar.
“Natuurlijk!” Ze heeft maar nauwelijks geduld voor zo’n banale opmerking. “Dat begon al in het paradijs. Het zit in je genen.”
Ik kijk haar aan en heb geen idee waar ze het over heeft.
“Toen Adam en Eva van de boom der kennis, van goed en kwaad, aten toen werden we sterfelijk. Daar begon het mee in de literatuur. We hebben de liefde opgegeten.”
Ik kijk haar opnieuw aan, ik begrijp het niet volledig, maar voel dat het waar is. Ik weet dat het met deze feestdagen te maken heeft. De Dagen van Ontzag zoals ze in het Hebreeuws genoemd worden. De tijd tussen het Joodse Nieuwe Jaar en Jom Kipoer. Jom Kipoer is de dag dat het lot bezegeld zal zijn. Dat in het boek der levenden de balans wordt opgemaakt. Dat er bepaald zal worden wie zal leven en wie zal sterven het komende jaar.
Het maakt deze dagen zo ondraaglijk. We weten het allemaal. Volgend jaar zullen we opnieuw geliefden missen. Een jaar vol pijn en verdriet dat ons te wachten staat.
“Het heeft met oordelen en veroordelen te maken,” zegt ze.
En alweer voel ik dat ze gelijk heeft.
“Begin er nog niet over,” drukt ze me keer op keer op het hart. “Zoek er niet naar. Het komt vanzelf.”
Eerder deze week bel ik haar op om te vragen hoe het dan zit met onverschilligheid.
Opeens is ze om. “Ja, dat lijkt me ook juist. Het tegenovergestelde van liefde is onverschilligheid.”
Ik ben het er niet mee eens, ik voel dat het niet klopt. Voor onverschilligheid moet je op je hoede zijn. Moet je altijd alert zijn, want er zal een moment zijn dat iets dwars door die beschermingslaag heen zal shockeren.
Dat is ze dan weer met me eens.
“Maar misschien,” zeg ik voorzichtig, “misschien is het allebei waar. Misschien heeft het met de verschillende gezichten van de liefde te maken.”
Daar kunnen we ons allebei in vinden.
We zullen het er nog over hebben. We houden er van onze liefde te delen.
En vandaag heeft ze het gedicht voor me gevonden waar we allebei naar zochten.
Tel Aviv,
Jezzebel
Art: Pascale
53 Responses to Samen delen