Zo’n liefde waarmee je te pletter slaat

foto

“Weet je, ik zou nog zo graag, één keer maar, zo gigantisch, allesoverheersend, verliefd willen zijn dat niets er meer toe doet,” vertel ik een vriendin met dramatische gebaren op een strandstoel en een biertje in mijn hand, een paar uur voordat ik hier bij jou ben. Samen kijken we naar de parasurfers en laten onze gedachten tuimelen. We zijn er tussenuit gesneakt deze zondagmiddag, nu de eerste dag van de week er al weer op zit, de hele godganse week nog voor me ligt en ik er nu al spuugzat genoeg van heb.
Zij redt mij soms. Dan vluchten we samen, voor een paar gestolen uurtjes aan het strand met een biertje, een bord bijna echte Nederlandse frieten en een serveerster die walgend toekijkt hoe we om nog veel meer mayonaise bedelen. Ik kan me niets lekkerders bedenken dan met je vingers echte frieten door de mayonaise te slierten.

Als haar oude rammelende bestelwagen aan komt rijden word ik al helemaal blij. Het tegengif voor mijn chagrijnige bui van vandaag. 
Ik ben er niet trots op, ik heb vandaag expres ruzie gemaakt, even geknepen waar het pijn deed. Ik ben het soms zo ongelooflijk zat, dat in het gareel lopen, dat constant om de klippen heen moeten zeilen omdat er voordat je het weet de grootste heibel van komt.
Voorzichtig, hier kunnen we het maar beter niet over hebben. Pas op, daar komt hommeles van. Kijk uit, dat weet je toch. Laat het!
Meestal luister ik welwillend, gedwee misschien, vandaag niet. Ik kan niet elke dag op mijn tenen lopen. Soms recht ik mijn rug, steek mijn kin naar voren en gooi mijn haren over mijn schouders. Dan heb ik er genoeg van om constant met fluwelen handjes te moeten pretenderen. Het is ook echt niet eenvoudig te werken met al die mensen die het altijd beter weten. Ik word er soms zo dwars van, dan ga ik confronteren, het gevecht aan, niet mijn mooiste kant.

Na een biertje kunnen we er allebei hartelijk om lachen. Om onze eigen onbeholpenheid en in hokjes gevangen zijn. Ons verzet stelt zo weinig voor, morgen gaan we weer verder met net als vandaag de boel sussen en brandjes blussen.
Maar ik ben onrustig. Ik ken dit al, ik weet wat er komen gaat. Ergens, op een bepaald moment gaat de kont tegen de krib, gaat alles om. Zal geen steen meer overeind blijven staan, het moment dat ik mijn eigen realiteit creëer.
“Ik heb zin in liefde! Echte, allesverzengende, naar ademsnakkende liefde. Eentje die je als een golfslag raakt, die je verplettert, die je doet bibberen, die je laat zweven en springen, die de kleding van je lijf rukt en jou bijna verzuipt. Zo’n liefde waarmee je te pletter slaat. Ik heb zo’n zin in zo’n dramatische liefde. Het hoeft niet voor altijd te zijn. Ik heb het eigenlijk wel naar mijn zin zo in mijn uppie met mijn eigen buien. Maar nog één keer alles durven te verliezen, alles op het spel zetten…”
Ze lacht naar me, ze weet precies wat ik bedoel. Dat lef heeft zij.

Tel Aviv,
Jezzebel

Foto: Pascale, vandaag

This entry was posted in @Work, Jezzebel's eye, Land van mijn Hart and tagged , , , , , , . Bookmark the permalink.

31 Responses to Zo’n liefde waarmee je te pletter slaat

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.