Soms ben ik bang

foto

Vandaag ben ik alweer op de vlucht. Ik weet het niet meer. Mijn gedachten zijn plakkerig als overrijpe dadels, blijven aan me kleven, laten me niet los. In mijn onderbewustzijn schreeuwen ze om aandacht. Maar ik blijf hangen in mijn angst. 
Ik pak mijn fiets en trap naar de enige plek waar ik soms veilig durf te zijn. Tegen een paaltje op de boulevard bind ik het hele handeltje bij elkaar en verdwijn het strand op. De plek waar ik de gedachten soms vrij durf te laten. Waar de zon me koestert en het zand warm troost. Ik luister naar het geluid van zee en stad, probeer me af te sluiten.
Hoe kan ik met je praten over het verhaal dat ik eigenlijk vertellen wil?

Ik haat je, wilde ik zeggen, met al mijn liefde. Ik durf niet. Ik weet niet zeker of je het begrijpen zult. Of je nog van me houden zult. Ja, jouw liefde, daar doe ik het voor.

Het is me allemaal een beetje boven het hoofd gegroeid. Ik geloof dat ik het vorige week ook zei. Ik heb weer zo’n dag. Weet je, het is echt niet gemakkelijk om je niet mee te laten sleuren door de waanzin van het gelijk. Ik doe mijn best, maar soms glijd ik uit.
Je weet waarom ik hier ben en met jou klets. Dit een plek is waar ik me veilig voelde. Waar ik ongestraft mezelf kon zijn. Waar het gelijk geen vat heeft en de liefde regeert. Dat is een beetje te groot geworden. Ik weet dat het nog maar een kwestie van tijd is voordat iemand een venijnig linkje legt. Mijn wereld is zo klein.
Er zijn verdrietige dingen aan de hand. Daar wil ik met je over praten. Maar ik durf niet goed. Het gelijk hijgt weer in mijn nek.

En toch.. ik ben hier, omdat ik voor jou niet bang hoef te zijn, omdat jij me horen kunt, door al die woorden heen.

“Je bent boos,” zegt hij. “Je bent je eigen kwaadheid op mij aan het afreageren.”
Sinds kort is er bonje in de Nederlandse gemeenschap en ook ìk heb het gedaan. Nou ja, sinds kort, eigenlijk is er altijd wel ergens iets te sussen of glad te strijken.
Dit keer zijn de mannen woedend. Er is een nieuw initiatief waar ze nogal van geschrokken zijn. Een vrouwenclub. Voor intellectuelen en kunstenaars. We mogen er niet over praten. Het initiatief moet het zwijgen opgelegd worden, het slot er op, het liefst snel en pijnloos de nek omgedraaid. Onderuitgehaald. Omver geschreeuwd. Ik moet het er niet mee eens zijn, vinden zij. Een vuist maken. Pal staan, beslissen zij.
Maar ik begrijp het niet. Dat zeggen ze me ook. Ze hebben gelijk. Mogen vrouwen die gestudeerd of talent hebben niet bij elkaar komen? Waarom niet?
Ik begrijp ze wel. Een beetje. Ze zijn oud, ze hebben niet meer zoveel om handen en er zijn nu eenmaal heilige huisjes waar je beter niet aan kunt komen. Maar zo kun je niet leven. Niet ademen. Ik probeer open te maken, hun hart aan te spreken. Kom op jongens, ruimte voor alles en iedereen! Het lukt me niet altijd. Er is maar zoveel tegelijk dat ik met eigen handen kan doen. Ik hoop ook een beetje op hun moed, op het lef eens anders te zijn.
“Je bent kwaad op jezelf omdat je die propaganda van die vrouwen niet hebt afgekeurd,” weet hij zeker. “Je bent kwaad omdat je ook de reacties hebt toegestaan.” Dat is dan wel weer grappig, dat hij me dit vertelt.
Even daarvoor heb ik hem gezegd dat ik zijn visie over de vrouwenclub niet horen wil. Dat het genoeg is geweest, dat het over en voorbij is en dat ik het bepaal! I know, ik ben soms niet zo tactisch.
Hij zegt dat ik geen gevoel voor humor heb.
Hij heeft gelijk, ik ben woedend, dat vertel ik hem ook: “Shame on us! Wij, de Nederlandse gemeenschap, die elkaar het licht in de ogen niet gunt en geen gelegenheid voorbij laat gaan de ander pootje te lichten!” 
Soms haat ik het, met al mijn liefde.

Ach, misschien had ik het beter niet kunnen vertellen.

Tel Aviv,
Jezzebel

Foto: Pascale

This entry was posted in @Work, Jezzebel's eye, Land van mijn Hart and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

24 Responses to Soms ben ik bang

    Leave a Reply

    This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.