What do I know of man’s destiny? I could tell you more about radishes.
Avigdor Arikha, zelfportret
Samuel Beckett
Ik kies voor de supermarkt
Het is druk in mijn stad en de betrokkenheid groot. En ik weet weer eens niet goed waar ik bij hoor. Tienduizenden zijn naar het Rabin Plein in Tel Aviv gekomen om er voor te zorgen dat geen soldaat ‘achterblijft’. Ze smeken om de terugkeer van de drie gekidnapte militairen, Ehud Goldwasser en Eldad Regev, op 12 juli door Hezbollah de vrije wil de nek om gedaan en Gilad Shalid die door Palestijnen op 25 juni van zijn keuzes werd beroofd. Opperrabbijn Meir Lau opende de demonstratie met de prachtige woorden: “Uw kinderen zullen opnieuw aan hun eigen grens staan.”
Maar het lijkt me niets voor mij. Ik heb het niet zo op de massa en het schreeuwende collectieve gelijk.
De laatste keer dat ik daar was heette het plein nog anders en was het de vooravond van een andere toekomst toen de nieuwe naamsdrager voor altijd het zwijgen werd opgelegd nadat hij wat stuntelig het Lied van de Vrede had gezongen. Daarna verloor Yitschak Rabin het leven door drie kogels van een Joodse extremist. Sindsdien ga ik niet meer naar demonstraties.
En om de hoek bij de Britse ambassade is er op dit moment een gijzeling aan de gang. Dat wil zeggen een man houdt zichzelf gevangen op het parkeerterrein. Hij heeft een revolver en dreigt zich dood te schieten als hij geen politiek asiel krijgt. Op de televisie ving ik iets op dat hij voorlopig alleen een flesje bier heeft gekregen. Hij is een 28-jarige Palestijn uit Ramallah en zijn leven staat op het spel. Hij is waarschijnlijk informant geweest voor de binnenlandse veiligheidsdienst, nu zit hij in geldproblemen op het stoepje van de Britse parkeerplaats en dreigen de militanten thuis hem te liquideren. Er werd hem aangeraden zichzelf op te blazen. Maar hij wilde niet, toen heeft hij zichzelf gegijzeld.
Met hem zou ik een biertje willen drinken. Gewoon een beetje kletsen. Laten we het maar eens hebben over het leven in het algemeen en dat van ons in het bijzonder.
Maar ik kies voor de supermarkt en slenter langs de schappen met groente en fruit. Ik vergeet alles als ik zie dat er frambozen zijn. Een luxe die we hier nauwelijks kennen en och, ik houd zo van frambozen. Ik besluit mezelf te verwennen en neem een doosje mee. In de ondergaande zon wandel ik in ignorant bliss naar huis.
Totdat ik langs de galerie in mijn straat loop en een zelfportret van Avigdor Arikha in de etalage zie staan. Het raakt me als een mokerslag, mijn God wat een pracht portret. De oude man in zijn hemd, zijn mond in uiterste concentratie open gezakt en zijn intense blik maken me blij. De kwetsbaarheid waarmee deze man zichzelf durft neer te zetten raakt me diep. Oi, hij heeft lef! Hij durft zich te laten zien in al zijn nietige eerlijkheid. Hij geeft me in elk geval de moed om met de volle boodschappentassen de galerie binnen te stappen. Hier kom ik normaal niet, te trendy, te hip, slechts voor de happy few van mijn stad, niet voor mij, maar nu wel. Ik begin zelfs een onsamenhangend gesprek met de vrouw achter het eikenhouten bureau, midden in de galerie. Ik stamel iets over de man in de etalage die mij geraakt heeft. Zij sleept er de literatuur bij. Ze nodigt me uit te gaan zitten en ik blader op mijn gemak door de boeken van Avigdor Arikha die een zeer beroemd Israëlisch kunstenaar blijkt te zijn en ooit de beste vriend van Samuel Beckett. Hij raakt me op een plek in mijn ziel waar ik weerloos ben. Zij begint te lachen en zegt: “Ik weet wat je bedoelt. Het is net alsof je naar je shrink gaat, je wordt met jezelf geconfronteerd.”
Tel Aviv,
Jezzebel
18 Responses to Het is druk in mijn stad