Vaten van zilver, goud en koper

En Toi, de koning van Chamat
Hoorde dat David heel het leger
Van Hadadezer had verslagen
En Toi stuurde Joram, zijn zoon
Naar koning David
Om hem te begroeten
En te zegenen
Omdat hij gevochten had
Tegen Hadadezer
En hem had verslagen
Want Hadadezer
Was Toi’s tegenstander in de oorlog
En in zijn bezit waren vaten van zilver
Vaten van goud
En vaten van koper
Deze wees koning David
Ook aan de Eeuwige toe
Samen met al het zilver en goud
Dat hij had toegewijd
Van alle naties die hij had veroverd
Van Aram
En van Moab
En van de kinderen van Ammon
En van de Filistijnen
En van Amalek
En van de buit van Hadadezer
De zoon van Rechov, koning van Tzobah
En David maakte naam voor zichzelf
Toen hij terugkeerde
Van het verslaan van de Arameeërs
In de Zoutvallei
Achttienduizend mannen
En hij plaatste gouverneurs in Edom
(belastinginners)
Door heel Edom plaatste hij gouverneurs
En heel Edom werd dienaar van David
En de Eeuwige redde David
Waar hij ook ging
David regeerde over heel Jisraël
En David beheerde
Gerechtigheid en liefdadigheid
Voor heel zijn volk
En Joav de zoon van Zeruyah
Ging over het leger
En Yehoshafat, de zoon van Achilud
Was kroniekschrijver
En Tzadok, de zoon van Achitoev
En Achimelech, de zoon van Eviatar
Waren de priesters
En Seraiah was schrijver
En Benayahu, de zoon van Yehoyada
Ging over de boogschutters
En de slingeraars
En Davids zonen waren hoofdofficieren
(eigen vertaling)

David begint de administratie van Jisraël
Na al die veldslagen goed op orde te krijgen
Er wordt belasting geïnd van de vijanden die hij had onderworpen
Goud, zilver en koper verzameld voor de tempel van de Eeuwige
Priesters en legerofficieren aangesteld
En David wordt beschermd door de Eeuwige

Vandaag is mijn vader 85 jaar geworden
Moge hij 120 jaar worden in gezondheid
Ik belde hem vanochtend
Hij was al vroeg wakker
En toen lag hij in zijn bed
En bedacht
Dat 85 werkelijk een enorme leeftijd is
Daar kon hij zich als kind
Geen voorstelling van maken
Samen met mijn moeder
Gaan ze vandaag lunchen in Hamdorff in Laren
Vrijdag gaan we met z’n drietjes
Zandvoort onveilig maken
Please, please, please
Ik heb wel zin in mooi weer
Voor de alter kakkers en mezelf

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, festive-story





Posted in @home, Blijf me gezond, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , | Leave a comment

Goud voor de tempel

En het gebeurde hierna
Dat David de Filistijnen versloeg
En hen onderwierp
En David nam Meteg Ammah
Uit de handen van de Filistijnen
En hij versloeg Moab
En nam hen de maat met een lijn
Terwijl ze op de grond moesten liggen
En hij mat twee koorden om te doden
En een volle koord lengte
Om in leven te houden
En de Moabieten
Werden als dienaren voor David
Geschenken brengend
En David versloeg Hadadezer
De zoon van Rechov
Koning van Tzobah
Toen hij zijn heerschappij
Uitbreidde tot aan de Eufraat rivier
En David nam van hem
Duizendzevenhonderd ruiters
En twintigduizend voetsoldaten gevangen
En David hakte al de wagens (paarden) door
En behield er honderd voor de wagens
En Aram van Damascus
Kwam Hadadezer te hulp
Koning van Tzobah
En David versloeg van Aram
Tweeëntwintigduizend mannen
En David plaatste gouverneurs
In Aram van Damascus
En de Arameeërs werden dienaren van David
En betaalde belasting aan hem
En de Eeuwige hielp David
Waar hij ook ging
En David nam de gouden pijlkokers
Die gedragen werden
Door de dienaren van Hadadezer
En bracht ze naar Jeruzalem
En van Betach
En van Berotai
De steden van Hadadezer
Nam koning David
Enorme hoeveelheden koper
(eigen vertaling)

Lekker bezig, David
Wat een veldslagen!
Het goud dat hij verzamelt
Is het begin van de bouw van de tempel
Waar hij het eerder met de Eeuwige over had
Een huis voor Hem en Zijn ark in Jeruzalem

Ik weet niet wat me te pakken heeft
Maar ik ben als een razende aan het tekenen
Nou ja, razend is misschien het goede woord niet
Want het is keurig, grafisch, decoratief
Maar de drang om het te doen
Raast door mijn lijf
Wat ik maak vind ik zelf verschrikkelijk
Tekeningen van een kleuter!
Niemand mag ze zien
Maar ik moet ze maken

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, drang-en-dwang-story



Posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , | Leave a comment

Wie ben ik?

En koning David ging naar binnen
En zat voor de Eeuwige en hij zei:
Wie ben ik, Oh Eeuwige God
En wat is mijn huis
Dat U mij zo ver heeft gebracht?
En alsof dit te nietig was in Uw ogen
Oh, Eeuwige God
Sprak U ook
Over het huis van Uw dienaar
In de toekomst
Is dit de manier van mensen
Oh Eeuwige God?
En wat meer kan David
Tegen U zeggen?
Want U kent Uw dienaar
Oh Eeuwige God
Omwille van Uw woord
En volgens Uw eigen hart
Heeft U al deze grootsheid
Tot stand gebracht
Om het Uw dienaar
Te laten weten
Daarom bent U groot
Oh Eeuwige God
Want er is niemand zoals U
Noch is er enige god naast U
Volgens alles dat we gehoord hebben
Met onze oren
En wie is als Uw volk
Als Jisraël
Eén natie in de wereld
Voor wie God is gaan verlossen
Een volk voor Hemzelf
En om een naam voor Hem te maken
Ook om voor Uzelf
De grootsheid
En angstaanjagende zaken te veroorzaken
Voor Uw land
Door volken en hun goden te verdrijven
Voor Uw volk uit
Die U voor Uzelf uit Egypte
Heeft verlost?
En U heeft voor Uzelf
Uw volk Jisraël gevestigd
Om een volk voor U
Voor altijd te zijn
En U, Eeuwige
Werd hun God
En nu Oh Eeuwige God
Het woord dat U heeft gesproken
Over Uw dienaar
Wat betreft zijn huis
Bevestig het voor altijd
En doe zoals U heeft gesproken
En laat Uw naam
Voor altijd vergroot worden
Zodat er gezegd moge worden:
De Eeuwige van de legermachten
Is God over Jisraël
En het huis van Uw dienaar David
Zal voor U gevestigd worden
Want U, Oh Eeuwige van de legermachten
De God van Jisraël
Heeft aan Uw dienaars oor onthuld:
Ik zal voor jou een huis bouwen
Daarom heeft Uw dienaar
In zijn hart gevonden
Dit gebed voor U te bidden
En nu, Oh Eeuwige God
U alleen bent God
En Uw woorden zijn waarheid
En U heeft dit goede
Tegen Uw dienaar gesproken
En moge het U nu plezieren
Om het huis van Uw dienaar te zegenen
Dat het voor altijd voor U mag blijven
Want U, Oh Eeuwige God
Heeft het gesproken
En laat door Uw zegen
Het huis van Uw dienaar
Voor altijd gezegend zijn
(eigen vertaling)

Een liefdesverklaring
Eerst van de Eeuwige aan David
Hij zal zijn huis groot maken
En dan nu van David aan de Eeuwige
David is eloquent
En benadrukt dat Hij de enige God is
De God die zijn volk Jisraël
Uit Egypte heeft gered
Dat moet de Eeuwige Kunstenaar goed doen

Grauw in Haarlem
Van de mooie week die ons beloofd is
Is nog weinig te merken
Ik vind het heerlijk
Onbeschaamd binnen zitten
Maar helaas
Ik moet straks op pad

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, zo-ben-ik-story




Posted in @home, @Work, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , | Leave a comment

Een huis voor Mijn naam

Het gebeurde toen de koning
In zijn huis verbleef
En de Eeuwige hem rust had gegeven
Van al zijn vijanden rondom
Dat de koning tegen Nathan de profeet zei:
Kijk nou
Ik woon in een huis van cederhout
Maar de ark van God
Verblijft achter de gordijnen
En Nathan zei tegen de koning:
Alles wat in je hart zit
Ga het doen
Want de Eeuwige is met jou
En het gebeurde diezelfde nacht
Dat het woord van God tot Nathan kwam
Hij zei:
Ga en zeg tegen Mijn dienaar
Tegen David:
Dit zegt de Eeuwige:
Zul je een huis voor Mij bouwen
Voor Mijn verblijf?
Want Ik heb niet in een huis gewoond
Vanaf de dag dat ik de kinderen van Jisraël
Uit Egypte bracht
Tot aan deze dag
Maar Ik heb gewandeld in een tent
En in een tabernakel
In alle plaatsen waar Ik gelopen heb
Met de kinderen van Jisraël
Heb Ik een woord gesproken
Met alle leiders van Jisraël
Die Ik gebood Mijn volk te hoeden
Dan zei ik:
Waarom bouw je geen huis voor Mij
Van cederhout?
En nu
Zo zul je spreken tot Mijn dienaar
Tot David:
Zo zegt de Eeuwige van de legermachten
Ik heb je uit de schaapskooi gehaald
Van het volgen van schapen
Tot leider van Mijn volk Jisraël gemaakt
En Ik ben bij je geweest
Waar je ook maar ging
En Ik heb al je vijanden
Voor je uit afgesneden
En maakte grote naam voor je
Zoals de naam van de groten
Die op de aarde zijn
En Ik zal een plaats aanwijzen
Voor Mijn volk
Voor Jisraël
En Ik zal ze vestigen
En ze zullen in hun eigen plaats verblijven
En niet meer verontrust worden
En de goddeloze mensen
Zullen hen niet langer kwellen
Zoals vroeger
Zelfs vanaf de dag
Dat Ik rechters gebood
Om over Mijn volk te regeren
En Ik zal je rust geven
Van al je vijanden
En de Eeuwige heeft je verteld
Dat de Eeuwige
Een huis voor je zal maken
Als je dagen afgelopen zijn
En je met je voorvaders zult liggen
Dan zal Ik je zaad opwekken
Dat uit je lichaam zal voortkomen
Na jou
En Ik zal zijn koninkrijk bewerkstelligen
Hij zal een huis bouwen
Voor Mijn naam
En Ik zal de troon
Van zijn koninkrijk
Voor altijd vestigen
Ik zal voor hem een vader zijn
En hij zal voor Mij een zoon zijn
Zo dat wanneer hij afdwaalt
Dan zal ik hem kastijden
Met de roede van de mensheid
En met de slagen
Van de zonen van Adam
Maar Mijn barmhartigheid
Zal hem niet verlaten
Zoals Ik die van Shaul heb weggenomen
Die Ik vóór jou heb verwijderd
En jouw huis
En jouw koninkrijk
Zal voor altijd voor jou gevestigd zijn
Jouw troon zal voor altijd gevestigd worden
Volgens al deze woorden
En volgens heel dit visioen
Zo sprak Nathan met David
(eigen vertaling)

Zo heb ik de Eeuwige nog niet horen spreken
Het klinkt als een liefdesverklaring aan David
Van wie de Mashiach een bloedverwant zal zijn

Weinig geduld voor vandaag
Zoveel plannen
Alles dat ik wil doen
Het voornaamste is tekenen
Mijn handen hebben er zin in
Tussendoor doe ik alles wat moet
De administratie
En organisatie
Ook wat vriendelijk is
Maar het liefst ga ik verder
Tekenen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, alles-wat-in-je-hart-zit-story






Posted in @home, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , | Leave a comment

Beschaamd in mijn ogen

Aan koning David  werd verteld:
De Eeuwige heeft het huis
Van Oved Edom gezegend
En alles dat hem toebehoort
Vanwege de ark van de Eeuwige
En David ging
En bracht de ark van God
Van het huis van Oved Edom
Naar de stad van David
Met vreugde
En toen de dragers van de ark van God
Zes passen hadden gedaan
Offerde hij een os
En een vetgemest dier
En David danste met al zijn kracht
Voor de Eeuwige
En David was omgord
Met een linnen efod (priestersgewaad)
En David en heel het huis van Jisraël
Brachten de ark van de Eeuwige omhoog
Met gejuich
En met het geluid van de sjofar (ramshoorn)
En toen de ark van de Eeuwige
In de stad van David kwam
Gluurde Michal, de dochter van Shaul
Door het raam
En ze zag koning David
Springen en dansen voor de Eeuwige
En ze verachtte hem in haar hart
En ze brachten de ark van de Eeuwige
En ze zetten deze op zijn plaats
Binnen de tent die David
Daarvoor had opgezet
En David offerde brandoffers voor de Eeuwige
En vredesoffers
En David beëindigde het brandofferen
En het vredesofferen
En hij zegende het volk
Uit naam van de Eeuwige
Van de legermachten
En hij deelde aan al het volk uit
Aan de hele menigte van Jisraël
Zowel aan mannen als vrouwen
Aan ieder individu
Een brood
Een portie vlees
En een vat wijn
En alle mensen vertrokken
Ieder naar zijn eigen huis
En David keerde terug
Om zijn huishouden te zegenen
En Michal, de dochter van Shaul
Kwam naar buiten David tegemoet
En ze zei:
Hoe geëerd was vandaag
De koning van Jisraël
Die zich vandaag bloot gaf
In de ogen van zijn dienstmaagden
En zijn bedienden
Zoals één van de leeghoofden
Zich zou ontbloten
En David zei tegen Michal:
Voor de Eeuwige
Die mij boven je vader koos
Boven heel zijn huis
Om mij aan te wijzen als vorst
Over het volk van de Eeuwige
Over Jisraël
Daarom heb ik gevierd
Voor de Eeuwige
En als ik nog meer veracht wordt dan dit
En ten schande gemaakt in mijn eigen ogen
Toch van de dienstmaagden
Waarover je sprak
Zal ik mijn eer bij hen krijgen
En Michal, de dochter van Shaul
Had geen kind tot aan de dag van haar dood
(eigen vertaling)

De ark van God is in de stad van David aangekomen
Het is feest, iedereen is uitgelaten en vreugdevol
Maar Michal niet, die schaamt zich
Voor de rare bokkensprongen van haar man, de koning
David droeg een efod toen hij danste uit vreugde
Een efod is een soort tuniek
Je kunt je voorstellen hoe dat opwaait
En inkijk biedt…

De buurvrouw van mijn wietvriendin
Valt vaak en dan kan ze niet meer overeind komen
Dan komt mijn wietvriendin
Met een sterke man die ze ergens
Uit het gebouw moet opduikelen
Om de buurvrouw weer in haar stoel te zetten
Ze doet de boodschappen
Voor de buurvrouw en haar dochter
Minstens een keer per week zet ze koffie voor hen
En ze helpt waar ze kan
Maar het vallen gebeurde steeds vaker
En zo kwam de buurvrouw in het ziekenhuis
Daar was mijn wietvriendin ook
Omdat ze trombose heeft en opgezette benen
Maar telkens als haar been
Opnieuw ingezwachteld moest worden
Ging ze even langs bij de buurvrouw
Die gaat nu naar een verzorgingstehuis
En ze vroeg of mijn wietvriendin
Nog wat wilde hebben uit haar huis
Dat wilde ze niet
Maar toen de buurvrouw begon
Over de zonneschermen
Die heel duur waren
En mijn wietvriendin niet heeft
Begon ze heel blij te worden
Totdat ze thuis kwam
En het aan de dochter vertelde
Die ze al aan iemand anders had beloofd
Haar moeder was 93
En die wist, volgens de dochter
Niet meer wat zei
Toen moest mijn wietvriendin het loslaten
Zo snel als ze kon

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, zo-treurig-story

Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , | Leave a comment

Bang voor de Eeuwige

En David verzamelde opnieuw
Alle uitverkorenen van Jisraël
Dertigduizend
En David stond op
En ging met al het volk dat bij hem was
Van Ba’ale Judah (vlakte van Judah)
Om van daar de ark van God op te halen
Die genoemd wordt met de naam
De naam van de Eeuwige
Van de legermachten
Die op de cherubs troont
En ze zetten de ark van God
Op een nieuwe wagen
En ze droegen het
Uit het huis van Avinadav
Dat op een heuvel was
En Uzza en Achio
De zonen van Avinadav
Bestuurden de nieuwe wagen
En ze brachten het
Uit het huis van Avinadav
Dat op een heuvel was
Met de ark van God gingen ze
En Achio ging voor de ark uit
En David
En heel het huis van Jisraël
Maakten feest met allerlei
Instrumenten van cipressenhout
Met harpen, met luiten
En met tamboerijnen
Met sistra (rinkelbellen)
En met cimbalen
En ze kwamen bij Goren Nachon
En Uzza strekt zijn hand uit
Naar de ark van God
En greep die vast
Want de ossen struikelden
En de woede van de Eeuwige
Ontbrandde tegen Uzza
En God sloeg hem daar neer
Voor zijn fout
En daar stierf hij
Bij de ark van God
En David werd boos
Omdat de Eeuwige
Een bres had geslagen in Uzza
En hij noemde de plaats
Peretz Uzza
Tot op de dag van vandaag
En David was die dag
Bang voor de Eeuwige
En hij zei:
Hoe kan de ark van de Eeuwige
Bij mij komen?
En David wilde niet zelf
De ark van de Eeuwige
In de stad van David brengen
En David bracht die opzij
Naar het huis van Oved Edom, de Gittiet
En de ark van de Eeuwige
Verbleef in het huis van Oved Edom, de Gittiet
Voor drie maanden
En de Eeuwige zegende Oved Edom
En heel zijn huishouden
(eigen vertaling)

David is zijn nieuwe huis aan het inrichten
Het meest belangrijke is uiteraard
De ark van de Eeuwige
Maar het is wel een kleinzielige God
Die de man die de ark veilig wil stellen
Als de ossen wankelen
Die direct met de dood doormidden klieft
Ik kan me Davids woede goed voorstellen
En ook dat hij die verdomde ark
Niet in zijn eigen huis wil hebben

Het is vrijdag
Het huis is gepoetst
Op het vuur staat
Grote pan Bolognese saus
Voor de buurmannen
Mijn wietvriendin
En mezelf
Gisteren stuurde ik appje
Naar de buurman:
Hoe gaat het met mijn leuke buurman?
Wat erg
Het is herfst
Nu hoor ik je stem niet meer
Vanochtend stuurde hij appje terug
Een spraakbericht
Zonder geluid
Dat is pas teasen, schreef ik terug
Waarna zijn ochtendstem
Net wakker
Me een fijne dag wenste

Shabbat shalom

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, liefde-gaat-door-de-maag-story


Posted in @home, @Work, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, Liefde gaat door de maag, literatuur, Own Art | Tagged , , , | 2 Comments

In de toppen van de moerbei

En David nam meer bijvrouwen
En vrouwen uit Jeruzalem
Nadat hij van Hebron gekomen was
En David kreeg meer zonen en dochters
Dit zijn de namen van hen
Die hem geboren werden
In Jeruzalem:
Shammuah, Shovav, Nathan en Solomon
Jivchar, Elishua, Nefeg en Jafia
Elishama, Elyada en Elifalet
En de Filistijnen hoorden
Dat ze David gezalfd hadden
Als koning over Jisraël
En alle Filistijnen trokken op
Om David te zoeken
En David hoorde het
En ging naar beneden
Naar de vesting
En de Filistijnen kwamen
En verspreidden zich
In de vallei van Refaïm
En David raadpleegde de Eeuwige
En vroeg:
Zal ik optrekken tegen de Filistijnen?
Zult U ze uitleveren in mijn hand?
En de Eeuwige zei tegen David:
Trek op
Want Ik zal de Filistijnen
Zeker in jouw hand uitleveren
En David kwam naar Baäl Peratzim
(vlakte van Peratzim)
En David versloeg hen daar
En hij zei:
De Eeuwige is voor mij uit
Door de vijanden heen gebroken
Zoals water doorbreekt
Daarom noemde hij die plaats
Baäl Peratzim
En ze lieten daar hun afgodsbeelden achter
En David en zijn mannen verbrandden ze
Maar de Filistijnen trokken nog een keer op
En verspreidden zich in het dal van Refaïm
En David raadpleegde de Eeuwige
En Hij zei:
Trek niet op
Maak een omtrekkende beweging
Tot achter hen
En val hen aan vanaf de moerbeistruiken
En zodra je het geluid van stappen* hoort
In de toppen van de moerbeistruiken
Haast je dan
Want dan is de Eeuwige voor je uitgetrokken
Om het leger van de Filistijnen te verslaan
En zo deed David het
Zoals de Eeuwige het hem geboden had
En hij versloeg de Filistijnen
Van Geva totdat je bij Gezer komt
(eigen vertaling)

*De geschriften zeggen
Dat het geluid van stappen
In de toppen in de moerbeistruik
Het geluid van engelen is
Die de Eeuwige aan David heeft geleend
Om hem van dienst te zijn

De buit is voor de buien binnen
Als het niet hoeft
Ga ik er niet meer uit
Totdat het eindelijk wat aangenamer is
De herfst is begonnen
De zomer voorbij
Ik mis de blote mannenlijven
Van de buurmannen
Tegen de glazen schutting geplakt
Ik mis de gesprekken
Het gelach
Te pas en te onpas:
Hé Jezzebelle, dit of dat
Nu weet ik niet of zijn bloeduitslag oké is
Voordat hij geopereerd wordt
Om de gebroken ribben en arm
Die hij opliep toen hij in elkaar geslagen werd
Weer aan elkaar te zetten
Het was een verrukkelijk vrolijke zomer
Je gelooft het niet
Maar op het balkon naast me
Werd er gelachen en gezongen
Ontbijtjes en grappen gemaakt
Nu zitten we weer binnen
Elkaar niet te kennen

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, we-had-joy-we-had-fun-we-had-seasons-on-the-run-story


Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , | Leave a comment

De lamme en de blinde

En alle stammen van Jisraël
Kwamen naar David in Hebron
Om te spreken en zeiden:
Hier zijn we
Wij zijn jouw been en jouw vlees
Ook, in vroegere tijden
Toen Shaul koning over ons was
Was jij het die Jisraël naar buiten leidde
En ze binnen leidde
En de Eeuwige zei tegen je:
Jij zult Mijn volk Jisraël hoeden
En jij zult een heerser zijn over Jisraël
En alle oudsten van Jisraël
Kwamen naar de koning in Hebron
En koning David sloot een verbond met hen
In Hebron voor de Eeuwige
En ze zalfden David tot koning over Jisraël
Dertig jaar oud was David
Toen hij koning werd
En veertig jaar regeerde hij
In Hebron regeerde hij
Zeven jaren en zes maanden
Over Judah
En in Jeruzalem regeerde hij
Drieëndertig jaar
Over heel Jisraël en Judah
En de koning en zijn mannen
Gingen naar Jeruzalem
Naar de Jebusieten
De inwoners van het land
Die met David spraken en zeiden:
Je zult hier niet komen
Tenzij je de blinde
En de lamme verwijdert*
Alsof ze zeiden:
David kan hier niet komen
En David veroverde de vesting Tzion
Wat de stad van David is
En David zei op die dag:
Wie ook de Jesubieten verslaat
En de toren bereikt
En de lamme en de blinde verwijdert*
Zal veracht worden door de ziel van David
Daarom zeggen ze
De blinde en de lamme
Zullen het huis niet binnengaan*
En David verbleef in de vesting
En hij noemde het
De stad van David (city of David)
En David bouwde rondom
Van de heuvel af en naar binnen
En David groeide gestaag steeds groter
En de Eeuwige
God van de legerscharen was met hem
En Chiram, Koning van Tyrus
Stuurde boodschappers naar David
En cederbomen
En timmermannen
En steenhouwers
Voor de bouw van een muur
En ze bouwden een huis voor David
En David besefte dat de Eeuwige hem
Als koning van Jisraël had gevestigd
En dat Hij zijn koninkrijk had verheven
Omwille van Zijn volk Jisraël
(eigen vertaling)

De Jesubieten waren de oorspronkelijke bewoners van Tzion
Ook wel Jebus genoemd
Zij zijn afstammelingen van Avimelech
En zij hadden twee beelden, de ene lam en de andere blind
Dit symboliseerde Isaac die op latere leeftijd blind werd
En Jacob die kreupel werd na een gevecht met een engel
De Jisraëlieten die het land veroverden verdreven de Jebusieten niet
Vanwege een eed die Avraham had afgelegd
Want toen ze Jeruzalem innamen, namen ze niet de vesting met haar toren in
De lamme en de blinde waren de goden van de Jesubieten
David zegt het duidelijk wie ook maar de toren bestormd
Kan rekenen op de afgunst van zijn ziel
Daarom zeggen ze: zolang de lamme en de blinde hier zijn zal David hier niet komen
De afgodsbeelden stonden op het hoogste punt van de toren

Op mijn Hollandse zeer guur, winderige balkon
Vraag ik me af of storm opwindend is
Zomers geleden
Vroeg ik me op de bloedhete stranden van Tel Aviv af
Of oorlog opwindend was
Nasralla en de buikdanseres
Misschien ben ik geland?
Thuis?
In het land der blinden is éénoog koning

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, survivor-story


Posted in @home, kunst, literatuur, Own Art, Thuis | Tagged , , | Leave a comment

Als een heraut van goede tijdingen

En Shauls zoon hoorde
Dat Avner in Hebron was gestorven
En zijn handen werden slap
En heel Jisraël was ontsteld
En Shauls zoon had twee mannen
Hoofden van de troepen
De naam van de ene was Ba’anah
En de naam van de tweede was Rechav
De zonen van Rimmon de Beerothiet
Van de zonen van Benjamin
(Want Beeroth werd ook tot Benjamin gerekend
En de Beerothieten vluchtten
Naar Gittaim
En zij woonden daar
Tot op deze dag)
En Jonathan, de zoon van Shaul
Had een zoon die kreupel was
Hij was vijf jaar oud
Toen het nieuws van Shaul en Jonathan
Uit Jizreël kwam
Zijn verzorgster tilde hem op
En vluchtte
En in haar haast om te vluchten
Viel hij en werd kreupel
En zijn naam was Mefiboshet
En de zonen van Rimmon the Beerothiet
Rechav en Ba’anah gingen
En kwamen in de hitte van de dag
Naar het huis van Ish Bosheth
Toen hij zijn middagrust nam
En ze kwamen het huis binnen
Als kopers van tarwe
En ze staken hem onder de vijfde rib
En Rechav en Ba’anah zijn broer ontsnapten
Zij kwamen het huis binnen
En hij lag op zijn bed in de slaapkamer
En ze staken hem en brachten hem ter dood
En ze verwijderden zijn hoofd
En ze namen zijn hoofd
En gingen de hele nacht
Door de laagvlakte
En ze brachten het hoofd
Van Ish Bosheth naar David in Hebron
En ze zeiden tegen de koning:
Hier is het hoofd van Ish Bosheth
De zoon van Shaul, je vijand
Die jouw leven zocht
En de Eeuwige heeft mijn heer de Koning
Deze dag wraak gegeven
Op Shaul en zijn zaad
En David antwoordde Rechav
En Ba’anah, zijn broer
De zonen van Rimmon de Beerothiet
En zei tegen hen:
Zo waar de Eeuwige leeft
Die mijn persoon
Van elke nood heeft verlost
Toen hij die mij vertelde:
Zie, Shaul is dood
In zijn eigen ogen was hij
Een heraut van goede tijdingen
Greep ik hem
En doodde hem in Tziglag
Hij die had verwacht
Een beloning van mij te krijgen
Voor zijn goede tijdingen
Hoeveel te meer
Wanneer goddeloze mannen
Een onschuldig man hebben gedood
In zijn eigen huis
En zijn bed
Zal ik jullie nu niet verantwoordelijk houden
Voor zijn bloed
En jullie van de aarde verwijderen?
En David gaf de jonge mannen bevel
En zij doodden hen
En hakten hun handen en voeten af
En hingen hen op
Bij de vijver in Hebron
Maar het hoofd van Ish Bosheth namen zij
En begroeven het
In het graf van Avner in Hebron
(eigen vertaling)

Het moorden gaat nog even door
Aan alle kanten
David houdt er niet van
Als de mensen
Op eigen houtje gaan vergelden
Die hij dan weer moet vergelden

Ik verlang naar soep met dit weer
Hele zomer niet naar getaald
Maar nu heb ik er zin in
Ik denk aan uiensoep
Met verse laurierblaadjes
Van mijn nieuwe struik
En zo rommelen we door
Totdat het wellicht donderdag
Weer wat warmer wordt
En ik met een pan soep zit
Waar ik geen zin meer in heb

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, niets-zo-veranderlijk-als-het-weer-en-de-maag-van-de-vrouw-die-in-de-pannen-roert-story



Posted in @home, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment

Scheur je kleding

En David zei tegen alle mensen
Die bij hem waren:
Scheur je kleding
Omgord jezelf met rouwzakken
En ween voor Avner
En koning David
Liep achter de lijkbaar
En ze begroeven Avner in Hebron
En de koning verhief zijn stem
En huilde op Avners graf
En heel het volk huilde
En de koning bejammerde Avner
En zei:
Moest Avner sterven als een goddeloze?
Jullie handen waren niet gebonden
En jullie voeten waren niet
In koperen ketens gestoken
Als iemand die voor goddeloze mannen valt
Zo zijn jullie gevallen
En heel het volk
Bleef over hem wenen
En al het volk kwam
Om David brood te brengen
Terwijl het nog dag was
Maar David zwoer:
God doe zo met mij
En ga zo door
Als ik voor zonsondergang brood
Of iets anders proef
En heel het volk erkende hem
En het was aangenaam in hun ogen
Alles wat de koning deed
Was aangenaam in de ogen
Van heel het volk
Al het volk
En heel Jisraël wisten op die dag
Dat het niet van de koning kwam
Om Avner, de zoon van Ner
Ter dood te brengen
En de koning zei tegen zijn dienaren:
Weten jullie niet dat een vorst
En een groot man gevallen is
Vandaag in Jisraël?
En vandaag ben ik kwetsbaar
En pas gezalfd als koning
En deze mannen
De zonen van Zerujah zijn harder dan ik
Moge de Eeuwige de boosdoener vergelden
Volgens zijn boosheid
(eigen vertaling)

Het is nogal een verschutting
David die Avner beloofde
In vrede te kunnen gaan
Om dan door Joav
Eén van Davids mannen, familie nota bene
Naar de stadspoort van Hebron gelokt te worden
Om onder de vijfde rib neergestoken te worden
En te sterven als een goddeloze
David en heel het volk gaan diep door het stof
Maar wat gaan de zonen van Zerujah doen?
Zurujah was de zus van koning David
Waardoor Joav, Avishai en Asahel zijn neven zijn

De winter komt eraan
Afscheid nemen van de zomer
Valt me zwaar
Ik wil nog niet
En de buurman blijft stug door roken buiten
In zijn onderbroek
Maar je voelt de kou optrekken
Al komen er nog wat mooie dagen
Vanochtend naar de Botermarkt gefietst
Twee Laurierstruiken gekocht
Voor de buurman en mij
Moge het onze kommetjes soep versterken
Deze winter
We gaan er een mediterraan balkon van maken
Hij met zijn twee olijfbomen
En ik wil straks een amandel

Jezzebel,
Tussen water en water

Art: Pascale, vandaag-ben-ik-kwetsbaar-story





Posted in @home, Bonje in het bejaardenhuis, kunst, literatuur, Own Art | Tagged , , , , | Leave a comment